Ommer Midwinterhoorn Bloasers
Wie zijn wij en wat is ons doel
De Ommer Midwinterhoorn Bloasers is een groep mensen die de traditie van het midwinterhoornblazen een warm hart toedragen. Wij zijn opgericht tijdens een bijeenkomst op 4 febr 2020 en bestaan uit 10 personen. Zij maken als groep deel uit van de CCO van Ommen. De belangrijkste personen bij het in ere houden van de traditie zijn natuurlijk de blazers zelf en gelukkig neemt het aantal mensen dat op een midwinterhoorn kan blazen nog steeds toe. Ze zorgen ervoor dat de gebruiken en regels ten aanzien van hoorn en melodie worden doorgegeven.
De groep stelt zich het volgende ten doel: Het in stand houden en het bevorderen van het midwinterhoornblazen in Ommen en omgeving. Het midwinterhoornblazen over te dragen aan volgende generaties. De groep tracht het doel te bereiken door mee te werken aan het organiseren van demonstraties, wandeltochten, kerstactiviteiten en andere optredens vanaf 1e zondag van de Advent (rond 1 dec ) tot en met Drie Koningen (6 jan).
Even wat geschiedenis
Het midwinterhoornblazen is een oud gebruik. De eerste gegevens hierover stammen al uit de 15e eeuw. In een bibliotheek in de Duitse stad Munster daar bevind zich een oud boekwerk uit de 15e eeuw waarin al over het midwinterhoornblazen geschreven wordt. Uit opgravingen is gebleken dat de hoorn mogelijk al een Keltische oorsprong heeft.
Het midwinterhoornblazen is van oorsprong een niet Christelijk gebruik. Vroeger dacht men dat de langdurige duisternis in de wintertijd het werk zou zijn van boze geesten. Men geloofde in die tijd dat die boze geesten zich ophielden in de bomen zonder bladeren. Door te blazen op de eigengemaakte midwinterhoorn dacht men die boze geesten te kunnen verdrijven en daarmee de “Zonnewende” aan te kondigen. En ja hoor het werkte. Na verloop van tijd werd het vanzelf weer lichter. De hoorns werden ook vroeger al door de blazers zelf gemaakt van voorhanden zijnde zachte houtsoorten. In de loop van de tijd verdween het midwinterhoornblazen. De ontwikkelingen tijdens de Reformatie in de 16e eeuw was daarmede de oorzaak van, omdat men toen al het niet Christelijke gebruik als heidens bestempelde. Dus lange tijd was het zo goed als stil rond de hoorn. Echter in Twente is het gebruik in zeer beperkte schaal altijd blijven voortbestaan. Het heidens gebruik van de “Zonnewende” is in de loop der eeuwen er wel vanaf gegaan en vervangen door het aankondigen van de geboorte van Jezus Christus rond de jaarwisseling. In de 19e eeuw waren er veel manlieden van boerenafkomst die de hoorn gebruikten als communicatie middel bij een noodoproep b.v. als er een koe moest kalveren of als het niet goed ging met een familielid en men de hulp van de “naobers” nodig had. In de oorlog werd de hoorn ook wel eens buiten de Adventstijd gebruikt als waarschuwingssignaal voor een ophanden zijnde razzia om die aan te kondigen. Halverwege de 20e eeuw kwam het midwinterhoornblazen weer volledig in opgang en werd het ook getolereerd door de kerkgenootschappen en het werd ook opgenomen in de Unesco-lijst en daardoor werd het tevens een “Immaterieel Cultureel Erfgoed”. Hierdoor werd het erkend als een levende traditie.
De hoorn en zijn gebruik
Het blazen op de midwinterhoorn gebeurt alleen in de periode vanaf de eerste zondag van de Advent (4 zondagen voor Kerst) het “anbloasen” en tot de avond voor Drie Koningen (6 jan) het ”ofbloasen”. Het is van vroeger uit gebruikelijk dat er vroeg in de avond geblazen werd. Dit is ontstaan doordat het vroeger zo was dat de boer ’s avonds na het werken in de stal naar buiten ging om dan op zijn hoorn “n Oal Roop” over het landschap te laten klinken. Daarmee gaf de blazer aan dat er iets bijzonders stond te gebeuren binnen de buurtschap. Op koude winteravonden als het buiten stil is , kan het geluid wel 3 km ver in de omtrek hoorbaar zijn. Werd deze boodschap door een ander gehoord dan gaf deze het ook weer door naar de volgende. Wie het geluid eenmaal gehoord heeft vergeet het nooit meer, het is vooral in de schemering een stemmig geluid wat ook nog wel versterkt wordt door boven een waterput te blazen.
De gedragsregels zijn bij het blazen op de midwinterhoorn erg belangrijk. Wordt er geblazen door iemand op de midwinterhoorn dan mag men er niet tussendoor blazen. Het principe is de een vraagt en de ander geeft antwoord.
De midwinterhoorn wordt gemaakt van een natuurlijk gebogen stammetje van een zachte houtsoort zoals berken, elzen of wilgen met een lengte van 1,20 tot 1,50 meter. Deze worden na het kappen 1 jaar te drogen gelegd. Na het schillen van de bast wordt de stam in twee delen gezaagd en over de gehele lengte uitgehold. Er bestaan “droge “en “natte” hoorns. Bij droge hoorns worden de twee helften na het uithollen weer aan elkaar gelijmd met houtlijm. Vroeger werden vaak natte hoorns gemaakt, dan legt men op de zaagsnede een mattenbies en worden de helften met meerdere hoepels van biezen aan elkaar verbonden en dan boven de waterput gehangen zodat door het opzwellen van de biezen alle naden luchtdicht worden afgesloten. Als mondstuk wordt en klein stukje vlierhout gebruikt die dan speciaal is aangesneden naar de mond van de blazer. Dit mondstuk noemen wij “de Happe” De toon wordt gevormd door de spanning van de lippen en de kracht van het blazen. Een beetje ervaren blazer kan 4 tot 6 toonhoogtes bereiken.
Contactadres
Voor informatie en besprekingen kan men contact opnemen met het Cultuurhistorisch Centrum Ommen, Den Lagen Oordt 7 7731CM Ommen 0529-453487 www.cco-ommen.nl of met Ton Klein Koerkamp tel 0529-455499 of 06-54323310 of info@kleinkoerkamp.nl