De tijd van de jagers en de boeren wordt ook wel de prehistorie genoemd. Uit deze periode hebben we geen schriftelijke bronnen. Alles wat we weten van de prehistorie weten we dankzij archeologische vondsten. De prehistorie wordt ingedeeld in drie verschillende tijdvakken. Dit zijn: de Steentijd, de Bronstijd en de IJzertijd.
De tijd van de Grieken en Romeinen wordt ook wel de oudheid genoemd. Deze periode duurde van 3000 voor Christus tot 500 na Christus. Rond 3000 voor Christus begonnen de eerste mensen te schrijven. Vanaf dat moment begonnen zij kennis te verzamelen en zich te ontwikkelen in de filosofie en de wetenschap. Aan het begin van de Oudheid waren de Grieken het machtigste volk van Europa.
De tijd van de monniken en ridders wordt ook wel de vroege Middeleeuwen genoemd. Dit begint ongeveer in het jaar 500 en eindigt rond het jaar 1000. Door het ineenstorten van het Romeinse Rijk veranderde er veel voor de boeren. Ze konden in de tijd van het Romeinse rijk gebruik maken van de Romeinse techniek. Nu moesten ze zichzelf redden. Hierdoor ging de oogst achteruit en kon een gemiddeld boerengezin maar moeilijk rondkomen. Het Romeinse geld was niets meer waard en mensen begonnen weer met ruilhandel.
De tijd van de steden en staten wordt ook wel de hoge en late Middeleeuwen genoemd. De Hoge Middeleeuwen duren van 1000 tot 1300 en de Late Middeleeuwen begint in 1300 en eindigt rond het jaar 1500. Doordat boeren steeds betere technieken uitvonden om het land te bewerken groeide in de Hoge Middeleeuwen de bevolking. Door de handel ontstonden er ook veel steden. Handelaren gingen op zoek naar een veilige en handige plek om hun spullen te verkopen. Dat was vaak dichtbij een kasteel, een weg en een rivier. Zo was er bescherming en konden er veel mensen komen. Op deze plek ontstond dan eerst een markt. Deze markt groeide vervolgens uit tot stad. Een middeleeuwse stad had stadsmuren en een stadspoort.
De tijd van de ontdekkers en hervormers wordt ook wel de renaissance genoemd. In deze eeuw tussen 1500 en 1600 vonden veel veranderingen en ontdekkingen plaats. Kenmerkend voor de kunst is dat deze teruggreep naar de klassieke periode van voor de Middeleeuwen, maar dat de wetenschap juist vooruit keek. Ze hadden de wetenschap vroeger altijd gebaseerd op het Christelijke geloof. Nu waren ze van mening geworden dat het geloof niet langer de basis kon zijn voor wetenschap. Er werd ver over de oceanen ‘nieuw land’ ontdekt. Columbus ontdekte Amerika. Niet alleen dankzij al deze ontdekkingen moesten er nieuwe landkaarten worden getekend. Ook landsgrenzen in Europa veranderden. Nederland was in conflict met de Spaanse koning: de Tachtigjarige Oorlog, welke zorgde dat Nederland een onafhankelijk staat werd.
De tijd van de regenten en de vorsten wordt ook wel de Gouden Eeuw genoemd. In deze eeuw tussen 1600 en 1700 was een tijd dat het goed ging met Nederland en rijk was. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werd opgericht om handel te drijven met Azië. In 1622 kreeg de VOC het monopolie op de handel in specerijen.
Wel was Nederland in de eerste helft van de 17e eeuw was Nederland in oorlog met Spanje, maar in 1648 kwam er vrede en ontstond de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ons land was een vrij land. Hier mocht je, in tegenstelling tot in vele andere landen, geloven en zeggen wat je wilde. Daarom lieten heel veel buitenlandse filosofen en geleerden hun boeken in deze republiek drukken en uitgeven. In hun eigen land mocht dat niet.
De tijd van de pruiken en revoluties volgde op de Gouden Eeuw. Waar we in de 17e eeuw nog heersen over de wereldzeeën en veel geld verdienden met de handel in specerijen, volgden oorlogen met Engeland en Frankrijk waarin we alles verloren. Nederland werd zelfs onderdeel van het Franse Koninkrijk van Lodewijk XIV. In die tijd werd nog geloofd dat de koning zijn macht van God gekregen had en dit zorgde ervoor dat de koning een voorbeeld was voor vele mannen. Ze droegen dezelfde kleren. Ook droegen ze net als de koning een pruik. Ook werd het gezicht wit gepoederd, want rijke mensen mochten niet bruin worden. Na zijn dood werd hij in 1715 opgevolgd door zijn 5-jarige achterkleinzoon Lodewijk XV.
Na de oorlogen met Engeland en Frankrijk herpakte Nederland zich en werd er een nieuwe manier gevonden om geld te verdienen. Vanuit West-Afrika werden manen en vrouwen naar Nederlandse kolonies in Zuid-Amerika vervoerd. De slavenhandel is een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis
De 19e eeuw noemen we ook wel de tijd van burgers en stoommachines. In deze tijd werd de democratie gevormd en ontstonden de eerste emancipatiebewegingen, maar ook ontwikkelde de wetenschap zich steeds verder en werden er veel ontdekkingen gedaan: Thomas Edison ontdekte de gloeilamp en Alexander Graham Bell vond de telefoon uit.
Wel was armoede en ziektes een groot probleem. De bevolking groeide in 100 jaar van twee naar bijna 4,5 miljoen mensen. Mensen woonden dicht bij elkaar en deden zwaar lichamelijk werk. Dit zorgde er onder andere voor dat er epidemieën van besmettelijke ziektes zoals cholera, pokken en tyfus voorkwamen. Voor kinderen was het leven zwaar. Ze werkten al heel vroeg mee om geld te verdienen. En veel kinderen stierven op jonge leeftijd.
De eerste helft van de 20e eeuw is zwart en somber en noemen we ook wel de tijd van de wereldoorlogen. Nog steeds denken we elke 4 mei aan alle mensen die de Tweede Wereldoorlog niet hebben overleefd. Op 5 mei vieren we dat deze oorlog is afgelopen en hopen we dat er nooit meer zo’n oorlog zal komen.
Maar waarom herdenken we de Eerste Wereldoorlog niet? Nederland was tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal. Dat betekende niet alleen dat ze niet mee wilden vechten. Het betekende ook dat ze geen kant kozen. Na de Eerste Wereldoorlog brak er een moeilijke tijd aan. Toch wisten veel mensen er het beste van te maken. Vooral Nederland had veel voordeel van het feit dat ze in de oorlog neutraal was gebleven. In de jaren ’30 was er een grote economische crisis waardoor veel mensen hun werk verloren. Daarna volgde een nieuwe oorlog, de Tweede Wereldoorlog.
Van wederopbouw tot nu De tweede helft van de 20e eeuw wordt de tijd van televisie en computer genoemd vanwege de massamedia die in deze periode een vlucht nam. Het begon met een tijd van wederopbouw. Nederland werd op 5 mei 1945 bevrijd van de Duitse bezetters. Na de Tweede Wereldoorlog lag Nederland in puin. De nieuwe Nederlandse regering had een zware taak om de woningnood op te lossen en mensen aan werk te helpen. Het was ook de periode waarin koloniën zoals Indonesië en Suriname onafhankelijk werden. Er werd een verzorgingsstaat opgebouwd.
Ooit reisden jaarlijks vele honderden mensen naar de “Besthmenerberg” om te luisteren naar de preken van een Indiase wijsgeer. Zijn naam was Krishnamurti.
Het museum beschikt over diverse films en boeken (door hem en over hem geschreven).
In het Streekmuseum is een permanente tentoonstelling aanwezig van kamp Erika met onder andere een model van het kamp en een plattegrond van de oorspronkelijke & huidige situatie.
Het museum beschikt over een mooie collectie oude klederdrachten, sieraden en gebruiksvoorwerpen uit de 19e en 20e eeuw.
In het museum vindt u een oud schoolinterieur uit het begin van de 20e eeuw, een ouderwets huiskamertafereel en een oudsaksische boerenkeuken.
In het naast de molen gelegen Tolhuis vindt u veel voorwerpen die vroeger door de boeren uit de omgeving werden gebruikt. Hier vindt u ook de oudsaksische boerenkeuken. Ook zijn hier diverse ambachten uitgebeeld.